Almere 40 jaar! Hoofdstuk 1: Almere Haven
In dit hoofdstuk komen twaalf Almeerders aan het woord over hun favoriete plek in Almere Haven.
‘Als een warme liefdevolle deken’
Begraafplaats Almere Haven
Mary Fontaine (1953, woont vanaf 1981 in Almere)
Voor Mary is de begraafplaats in Almere Haven een heel belangrijke plek. Niet alleen omdat ze hier regelmatig stilstaat bij het leven en de dood van haar vader, haar moeder en haar dochter Jiska die 35 jaar geworden is.
‘Dit is een plek waar Almeerders liggen die hier woonden, leefden en een rol hebben gespeeld bij de realisatie van deze stad. Het gaat mij juist om heel gewone mensen. Volwassenen en kinderen, die hier werkten, naar school gingen, moestuinen aanlegden, klant waren bij winkels, verenigingen oprichtten of er lid van waren. Mensen die hier sporen hebben achtergelaten, hoe klein soms ook. En dat vind je hier terug in al die namen.'
Als dood- en levenskunstenaar organiseerde ze op de begraafplaats tussen 2005 en 2014 jaarlijks de Nacht van de Ziel. Regelmatig komt ze hier tijdens een ochtendwandeling. ‘Het voelt alsof er warme liefdevolle deken over je heen valt.’
‘Pianospelen is veel leuker dan mijn huiswerk’
Corrosia
Diden Kurdi (2004, geboren in Almere)
Als Diden een klassiek pianoliedje op de radio of haar smartphone hoorde, wilde ze dat heel graag leren spelen. Kerstmis 2015 kreeg ze een keyboard, begin 2016 ging ze voor het eerst op pianoles. Vanuit de Filmwijk gaat ze hiervoor één keer per week naar Corrosia. Haar moeder en tweelingzus wachten op haar in de bibliotheek, waar ze na afloop vaak nog even blijven.
‘Ik heb een superlieve pianojuf. Als ik iets niet weet, legt ze het net zo lang uit totdat ik het begrijp. Je leert heel veel. Ik vind alles leuk, ook dat je optredens mag doen. Mijn eerste optreden was in Corrosia. Ik mocht beginnen en speelde een liedje van Ali B., een skateboardliedje en een klassiek stukje. Ik maakte maar één foutje en speelde gewoon door. Toen werd ik heel blij. Yes.’
Diden wil pianoster worden in klassieke muziek. ‘Ik vind pianospelen veel leuker dan mijn huiswerk.’
‘Het is net of je in een natuurpark bent’
De Overgooischezoom
Maayke Jorritsma (1974, woont vanaf 2005 in Almere)
Maayke loopt vanuit huis in een mum van tijd op De Overgooischezoom: drie eilanden die met vlonderbruggen verbonden zijn. Ze is daar af en toe met hun familiehond, pakt dat stuk van de wijk soms mee tijdens haar wekelijkse rondje buurtpreventie en als het lukt met werk en kinderen, wandelt ze hier ook wel eens zomaar gewoon fijn alleen.
‘Het is rustig en stil, net of je in een natuurpark bent. De eilandjes, het water, allerlei soorten vogels. Er liggen heel grote zwerfkeien langs de waterkant, waar kinderen weleens op spelen. Mensen zwemmen daar of zitten te vissen. We hebben ook iemand die op een opblaasstoeltje op het water zit te vissen, daar moet ik altijd om lachen.
’Dat rondom De Overgooischezoom langzamerhand meer huizen komen, deert haar niet. ‘Het is er ver genoeg vandaan en die mensen hebben straks een prachtig uitzicht.’
‘Deze schapen zijn enorme knuffels’
De Schaperie
Hetty van Riessen (1964, woont vanaf 1996 in Almere)
Toen Hetty op haar 37e wegens reuma werd afgekeurd, pakte zij haar vroegere hobby in de agrarische sector weer op. Ze deed vrijwilligerswerk, volgde allerlei ‘schaapscursussen’ en liep stages. In 2012 moest ze na een operatie zes maanden revalideren. Die tijd vulde ze met het ontwikkelen van een ‘heel utopisch plan’: schapenhouder worden in Almere.
‘Al jaren kwam ik langs dit stukje grond vlakbij mijn wijk De Meenten. Het was zo’n mooie plek en er werd niets mee gedaan. Ik schreef een plan om mens, dier en natuur met elkaar te verbinden, klopte aan bij de gemeente en kocht in augustus 2013 op Marktplaats een kleine rietgedekte stal. Dat was het begin van De Schaperie.
’Hier grazen ram Lambiek en zijn vier Walliser Schwarznasedames vrolijk van het gras en de berenklauw. ‘Deze plek is magisch. En de schapen maken mensen blij, het zijn enorme knuffels.’
‘Hier stonden we altijd even stil’
Fietsbruggetje OverHeen
Marie-Josée Röselaers (1949, woont vanaf 1983 in Almere)
Vanuit Amsterdam verhuisde Marie-Josée naar Almere, omdat ze vond dat hun twee jonge kinderen zelf naar buiten moesten kunnen. In 1983 waren er nog niet zoveel winkels in Almere, dus ging ze elke vrijdag op de fiets vanuit Stedenwijk Zuid naar de markt in Almere Haven.
‘Kind voorop, kind achterop, via het fietsbruggetje tussen Overgouw en Kromgouw naar De Gouwen. Vanaf dat punt zag je de bijzondere houtskeletbouwwoningen, hun achtertuinen en het talud naar het water. Hier stonden we altijd even stil en zei ik tegen mijn kinderen: “Daar gaan we ooit nog eens wonen.” En het bijzondere is, dat is ook gebeurd. Na acht jaar verhuisden we naar zo’n woning en hebben daar zeventien jaar met heel veel plezier gewoond.’
Inmiddels is Marie-Josée nog twee keer van woning veranderd en via een omweg weer in Stedenwijk Zuid terechtgekomen. ‘Dit is onze vierde Almeerse woning aan het water. Hier wil ik ouder worden.’
‘Zeisen geeft mij een soort oergevoel’
Kronkelveld
Eric Bodar, (1951, woont vanaf 1979 in Almere)
Uitgestrekte koolzaadvelden en zand, heel veel zand. Eric en zijn vrouw vonden het een leuke begintijd in Almere Haven, dat pionieren in de polder. Met natuurlijk De Roef: café, restaurant, maar ook vergaderruimte, theater, kerk en kroeg. Vanuit De Grienden verhuisden ze naar De Velden. En daar sloot Eric zich in 2003 aan bij het groepje vrijwilligers dat Sia Schipper om zich heen verzamelde.
‘Zij had beschermde orchideeën ontdekt in een bomendepot en wilde wat terugdoen vanuit de wijk voor de natuur. Het is een heel honkvaste kern van mensen geworden, die één keer per maand op een zaterdagochtend samen het Kronkelveld onderhouden, zo’n 1.000 m2 natuur.’
Eric volgde een cursus zeisen, waarbij je met een groot scherp bol mes als het ware over de grond aait. ‘Zo kun je het gras maaien en de bloemsoorten sparen. Je gaat daarmee terug in de tijd. Het geeft mij een soort oergevoel.’
‘Op dit bankje denk ik vaak aan vroeger’
Mozaïekbankje Kimwierde
Mariella Schot-Alemanni (1975, woont vanaf 1981 in Almere)
Mariella was zes toen ze in de Keiwierde kwam wonen. Ze won een kleurwedstrijd en mocht buurthuis de Wierden openen, zoals dat toen nog heette. Omdat ze de tweede leerling was van de Wierwinde, mocht ze een paar jaar later, toen de school vol genoeg was, het doek van de naam afhalen.
In 1993 heeft ze Almere Haven verlaten om elders in de stad te gaan wonen. ‘De Wierden blijft trekken. Ineens zag ik dit bankje in de Kimwierde, heel uitnodigend. Ik vind het een super mooi bankje. Het blijkt gemozaïekt te zijn door een vroegere buurvrouw van mij.’
Ze pakt regelmatig de auto om met haar hondje een wandeling te maken over de Gooimeerdijk-West, over het surfstrandje en door het gebiedje daar. ‘Als rustpunt ga ik op die bank zitten. Dan kijk ik wat om me heen, luister naar de geluiden en denk dan vaak aan dingen van vroeger.’
‘In ons bos bouwden we vaak hutten’
Park Uithof
Raema Ootjers (1983, geboren in Almere)
Park Uithof was eind jaren tachtig, begin negentig voor kinderen van basisschool De Ark, hun park. Of nog beter: hun bos, zo voelde dat. Groen, met heel veel bomen, een grasveld en tig olifantenpaadjes. Raema deed daar vaak verstoppertje en bouwde hutten.
‘Als we in een boom gingen zitten, was dat de hut. Op de grond maakten we hutten van hout dat er lag. Of we namen dekens mee van huis. Mijn moeder wist waar we waren. Toen ik een jaar of elf was, kregen we een hond en kon ik zigzaggend wel een half uur door het park lopen.
’Hoogtepunt was het kattenkwaad met haar overbuurmeisje. ‘We zaten nog op de basisschool. Haar moeder was gescheiden en liet thuis wel eens sigaretten liggen. Wij gingen zo diep mogelijk in het bos zitten en rookten dan samen één sigaret op. Dat was heel smerig, maar we voelden ons enorm stoer.’
‘Wij deden allerlei zelfbedachte spelletjes’
Speelveldje Brugmark
Sandra de Looff-Landkroon (1987, woont vanaf 1991 in Almere)
Sandra is opgegroeid in De Marken. Ze denkt graag terug aan de gezelligheid van het hofje in de Brugmark waar ze woonde, het buiten spelen met de grote groep buurtkinderen en natuurlijk het speelveldje bij de ingang van de wijk.
‘Mijn ouders wonen nog in hetzelfde huis, dus ik kom daar wekelijks langs. Wij deden in het speelveldje allerlei soorten spelletjes om de toestellen heen. Boefje, blikkie-trap, voetjes van de vloer bij tikkertje. We gebruikten de speeltoestellen ook als attributen voor zelfbedachte spelletjes.'
’Zo gauw het mooi weer was, waren ze buiten. ‘We gingen van deur tot deur, iedereen ophalen. Niks geen mobiele telefoons of appen. Kinderen van nu maken zich druk om sociale media. Ze kijken elke minuut, dit posten, dat posten. Het controleert je hele leven. Ik hoop dat mijn kind hier in Tussen de Vaarten net zo’n onbezorgde jeugd krijgt als ik.’
‘Onze zoons konden hier altijd fijn spelen’
Schoolwerf
Herman (1950) en Manja (1955) Uiterwijk (wonen vanaf 1977 in Almere)
Herman en Manja woonden in Amsterdam in een renovatiehuurwoning. Ze konden verhuizen naar een hoogbouwwoning in de Bijlmer of naar een nieuw rijtjeshuis met voor- en achtertuin in Almere. Het werd de Schoolwerf, waar ze nog steeds met veel plezier wonen.
‘Iedereen van de familie zei: “Wie gaat daar nou heen?” Nou, de eerste kwam ons een half jaar later achterna en al snel volgden er meer. Het was hier een open vlakte met strenge winters. De ijsbloemen stonden aan de binnenkant van onze ramen. Waar nu de grote parkeergarage is, waren houten barakken met een bakker, een slager en een groenteboer.’
Ze werkten allebei in Amsterdam, hadden in het begin geen auto en waren blij met de bushalte vlakbij en de vrije busbanen. ‘Onze twee zoons hebben hier in de autoluwe hofjes altijd fijn kunnen spelen. Wij zijn gehecht geraakt aan Almere en ontdekken tijdens het fietsen nog steeds nieuwe plekjes.’
‘Dit is zó ontzettend leuk allemaal’
Toekomstig voedselbos
Annemarie Westhoff (1957, woont vanaf 1991 in Almere)
Met andere bewoners uit Almere Haven heeft Annemarie zich tot en met de Raad van State verzet tegen de komst van hoogbouw in De Laren, De Wierden en Park Uithof in De Hoven. De gemeente is in het gelijk gesteld, de flats komen er.
‘Om niet verbitterd te raken, heb ik besloten het negatieve om te buigen naar het positieve. Bij het inspreken in de gemeenteraad pleitte ik voor een pluk- en smulbos binnen het bestaande groen van Park Uithof, dat deel uitmaakt van Ontwikkelingsplan De Laren. We hebben € 6.000 toegekend gekregen, hulp van de gemeente en een serie workshops waarin we met elkaar tot een concreet plan kunnen komen.’
Volgens Annemarie maken vooral hondenbezitters gebruik van het park. Kinderen ziet ze er nauwelijks. ‘Hoe mooi zou het zijn als we hier samen met de gemeente, Jeugdland, omliggende basisscholen, buurtbewoners én hondenbezitters een voedselbos realiseren? Dit is zó ontzettend leuk allemaal.’
‘Ik kijk de bloemen echt de grond uit’
Vlinder- en bijenlint
Mies van Gessel (1950, woont vanaf 1981 in Almere)
Mies hoorde over de grote bijensterfte en kwam in actie. Ze deed via de website van de houtskeletbouwwoningen in De Grienden een oproep om samen naar een bijeenkomst van De Schoor te gaan over groen in de wijk. Daarna bezocht ze met andere enthousiastelingen een Growing Green Cities bijeenkomst. ‘Daar kon je naar alle hotemetoten toestappen om informatie. Na afloop hadden we een stappenplan voor een vlinder- en bijenlint én een moestuin.’
Ze vroeg wijkbudget aan en zocht contact met een biologisch dynamisch bedrijf voor een beproefd vlinder- en bijenmengsel. De gemeente freest elk voorjaar vlak voor het inzaaimoment de grond en maait het stuk als vrijwel alles is uitgebloeid. Kinderen van IKC De Regenboog krijgen les van een imker en helpen inzaaien.
‘Dit jaar is alweer het derde jaar. Zó leuk, de kinderen hebben tijdens het zaaien de tijd van hun leven en ik kijk vanaf begin juni de bloemen echt de grond uit.’