Direct naar paginainhoud

Deze webpagina's over Almere 40 jaar zijn gemaakt in het jubileumjaar 2016. De pagina's zijn in 2023 gearchiveerd en staan nu op de site van Stadsarchief Almere.
De verhalen en favoriete plekken van 55 bewoners over Almere blijven relevant. Veel leesplezier!

Almere 40 jaar! Hoofdstuk 4: Almere Stad

In dit hoofdstuk komen achttien Almeerders aan het woord over hun favoriete plek in Almere Stad.

‘Ze zijn altijd heel vriendelijk’

Albert Heijn

Rini de Vries (1938, woont vanaf 1991 in Almere)

Rini is acht jaar geleden gescheiden en verhuisd naar een seniorenhuurwoning in de Verzetswijk. Ze is blij met haar benedenhuis met een plat dak, zonder bovenburen, meteen achtertuin en een piepkleine voortuin.

Voor Rini is de Albert Heijn bij Station Parkwijk de dichtstbijzijnde supermarkt. ‘Ik hoef enkel het spoor onderdoor. Het is makkelijk, want verderop zit ook het buurthuis. Daar ga ik elke woensdagochtend naar toe om te knutselen en woensdagmiddag om te koersballen. Als ik dan nog een boodschapje wil doen dat ik gisteren vergeten ben, hobbel ik zo de AH in.’ Af en toe heeft ze last van die vergeetachtigheid, ook in de Albert Heijn zelf.

'De ene keer loop ik boem boem en pak ik het allemaal. De andere keer, als ik veel aan mijn hoofd heb, moet ik iets vragen. Ze lopen dan altijd even met me mee, zijn heel vriendelijk. Die veer mag ik wel geven.’

‘Leuk om een eigen boom te hebben’

Appel- en perenboomgaard

Greetje Kauffeld (1939, woont vanaf 2000 in Almere)

In 2003 verhuisde Greetje naar de Tourmaline toren in de Filmwijk. Vanuit haar appartement op de elfde verdieping heeft ze een fantastisch uitzicht over het Weerwater.

‘Het uitzicht verveelt nooit. Ik heb hier allemaal grote ramen. Als ik naar beneden kijk, zie ik het strandje, het Lumièrepark en de zwanen. Kijk ik in de verte, dan zie ik het centrum liggen, met het theater. Mijn enige grote zorg en droefenis is de Floriade. Ik vind de rust in dit deel van de wijk zo ontzettend belangrijk. En vrees dat die verloren gaat door de werkzaamheden en vervolgens door de Floriade zelf.’

Ineens was daar zo’n beetje aan de voet van haar toren een appel- en perenboomgaard. ‘Elke middag als ik met mijn hondje naar buiten ga, kom ik vlak langs die boomgaard. Ik hoorde dat de bewoners hier zelf een boom hebben geadopteerd. Leuk om een eigen boom te hebben. Dat dat dan je eigen boom is, dat doet me wel wat.’

‘Als ik de moskee zie, ben ik supertrots’

Ar-Raza moskee

Roewaida Karamatali (1983, woont vanaf 1994 in Almere)

Vrij snel nadat het gezin van Roewaida zich in Almere vestigde, heeft met name haar vader zijn schouders gezet onder de realisatie van gebeds- en ontmoetingsmomenten van onder andere Surinaamse moslims.

Na de aankoop van eigen grond in 2003, duurde het vanwege de vele bezwaren uit de buurt nog tot 2007 voordat de bouw van de moskee in Tussen de Vaarten kon beginnen. Haar vader is bestuursvoorzitter en combineert dat met een fulltime baan bij een bank. Roewaida is vanaf haar dertiende heel actief bezig met vrijwilligerswerk.

‘Je groeit ermee op. Ik vond het normaal, krijg er energie van. We hebben allemaal gedoneerd en nog. Elke euro die ik kan missen, gaat naar de moskee. Als ik niet werk, ben ik altijd in de moskee te vinden. Mijn zoontje gaat met alle plezier mee, doet ook zijn dingen daar. Als ik de moskee zie, ben ik supertrots dat mijn vader zijn droom heeft kunnen verwezenlijken.’

‘Ik ben gelukkig als ik hardloop’

Beatrixpark

Tanja van Nieuwenhuizen (1956, woont vanaf 1986 in Almere)

Sinds 2006 trekt Tanja drie keer per week ’s morgens vroeg haar sportschoenen aan en rent vanuit het centrum Almere in. Een rondje Beatrixpark is bij haar favoriet.

‘Als je alle paadjes en bruggetjes neemt, heb je zo 7,5 kilometer gerend. Ik ren niet meer zo hard als vroeger. Ik zie altijd zoveel, ben snel afgeleid en maak onderweg foto’s. Er gebeurt zoveel in het park. Je ziet alles groeien en veranderen met de seizoenen. Er zijn allerlei soorten vogels. Mensen laten hier hun hond uit, skaten, fietsen, varen, zwemmen, spelen, midgetgolfen. Alle generaties hebben hun ding. Mensen hebben het hier reuze naar hun zin.’

Ze rent graag door de ochtendschemer vanwege het diffuse ochtendlicht. Ze is niet bang, al schrikt ze elke keer van de piratenpoppen bij de midgetgolfbaan. ‘De combi van stedelijkheid met zoveel groen, daar houd ik van. Ik ben gelukkig als ik hardloop.’

‘Alle bankjes zijn van ons’

Bos der Onverzettelijken

Coby van Raam (1951, woont vanaf 1986 in Almere)

Vanuit de zuidoostkant van de Waterwijk wandelt Coby bij droog weer met man en bijna blinde hond Sammie graag naar het Bos der Onverzettelijken.

‘Dit bos is een beetje woest, dat vind ik mooi.’ Vaak pakt ze ook een stuk groen rond de Leeghwaterplas mee. Het liefst maakt zij dagelijks een ronde van ruim anderhalf uur. Inclusief pauzes, want lopen doet pijn met twee nieuwe knieën en een vorig jaar gebroken rug.‘

Tijdens mijn korte ochtendwandeling met hond stop ik vijf à zes keer, om even op mijn rollator te zitten en de benen te strekken. Ik moet blijven lopen, anders beland ik in een rolstoel. Bij de lange wandelingen zijn alle bankjes van ons.’ Het meest geniet ze van de lente, als de vogels gaan broeden. ‘Dan zie je de kleintjes bezig met hun moeder, hoor je hun geluiden en ben ik echt verliefd.’

‘Een Golden Kodak Moment’

Bruggetje in de Waterwijk

Kim Boerboom (1973, woont vanaf 2006 in Almere)

Vanuit haar eigen straat, waar in de herfst de bomen mooi rood kleuren, maakt Kim graag een ommetje door de verderop gelegen villawijk. Vooral het uitzicht vanaf het bruggetje tussen het Rapsodieplantsoen en de Divertimentostraat trekt steeds weer haar aandacht.

‘Het gaat mij niet persé om de villa’s zelf. Al is daar laatst wel een huis opgeknapt en zijn de bewoners daar bijzonder goed in geslaagd. Nee, het zijn vooral de terrasvormig aangelegde mooi onderhouden achtertuinen, de treurwilgen boven het water, de eenden die daar zwemmen. Een heel fraai tafereel midden in zo’n woonwijkje. Met de laagstaande zon heb je echt een Golden Kodak Moment.

’Een paar jaar terug kon ze haar toen negenjarige zoon niet vinden. ‘Hij was helemaal in z’n eentje naar dat bruggetje gelopen en zei tegen mij: “Mama, ik heb zo’n mooi plekje ontdekt.”’

‘Puur en in zijn eenvoud zo mooi’

De Fantasie

Odette Breijinck (1957, woont vanaf 1983 in Almere)

Toen Odette in 1983 in de Stedenwijk kwam wonen, was ze nog niet afgestudeerd als kunsthistoricus. Ze kon hier met haar man een koophuis huren, net opgeleverd en onverkoopbaar vanwege de toenmalige economische crisis.

‘Eén van de grootste charmes van hier wonen, is dat we zo dicht bij de bossen zitten. Het is hier heel landelijk. En ook al was ik tijdens mijn studie vooral gericht op schilder- en beeldhouwkunst, ik heb de stad zien bouwen en zat erbovenop. De Fantasie was de eerste plek met experimentele architectuur. Vlak bij mij om de hoek. Dat is echt top.’

Odette kreeg kinderen en net als veel jonge gezinnen namen ze een hond. ‘We liepen dertien jaar lang steeds hetzelfde rondje, weer of geen weer. Soms de korte, soms de lange variant. En altijd via het binnenlusje van De Fantasie. Hard Glas vind ik het meest geweldig. Puur en in zijn eenvoud zo mooi.’

‘Hier heb ik mijn draai gevonden’

Huis van de Waterwijk

Erik Jongerden (1965, woont vanaf 1998 in Almere)

Erik had zijn droombaan, dacht hij: vrachtwagenchauffeur. Hij reed heel Europa door. Na 24 jaar hield dat ineens op. Een net gedweilde vloer in een tuincentrum werd hem fataal. Hij viel, verdraaide zijn knie, kwam in een rolstoel terecht en werd voor 70% afgekeurd.

‘Thuis was ik niet te genieten en raakte in een depressie. Via via vond ik vrijwilligerswerk als bezorger van de scootmobiel-uitleen. Na twee jaar werd ik ook vrijwilliger bij de BoodschappenPlusBus. In die periode ontdekte ik hoe leuk ik het vind om met mensen om te gaan.’

In een leegstaand schoolgebouw in de Waterwijk werd Erik vrijwillig beheerder. Het pand was al snel volledig verhuurd en hij kreeg een parttime contract bij De Schoor. ‘Ik heb internet en wifi aangesloten, geschilderd, meubilair en spullen overal vandaan gehaald. Bewoners wilden bridgen, koersballen, darten, poolen. Het staat en hangt er allemaal. Hier heb ik mijn draai gevonden.’

‘Wij voelen ons hier senang’

Humphrey Bogartstraat

Wim van der Veldt (1943, woont vanaf 1999 in Almere)

Uit de klei getrokken in de Haarlemmermeer, op zoek naar een woning, vielen Wim en zijn vrouw als een blok voor een BouwRai-woning uit 1992 in de Filmwijk.

‘De bijzondere vorm van dit huis, de verrassende indeling, de vrije ligging, de nabijheid van het centrum en het station – voor ons alle aanleiding om te kopen. De straat is een halve boog met twaalf woningen eraan, ‘Almeer-huizen’. Je had een basishuis dat je kon vergroten. Beneden hebben wij een aanbouw, waar mijn vrouw haar coachingspraktijk heeft. De trap loopt door het midden van het huis. De bovenste verdieping is mijn hol, mijn bibliotheek.’

De kennismaking met de nieuwe buren verliep prettig. ‘We gaan wel eens met een aantal naar de schouwburg of de bioscoop in de bibliotheek. Eén van de buren heeft een keer een fietsroute bedacht langs beelden in Almere. Kortom: wij voelen ons hier senang.’

‘Ik ben gelijk blijven plakken’

Kringloopwinkel

Bep Hendriksma (1948, woont vanaf 1984 in Almere)

Bep woont al ruim dertig jaar in de Stedenwijk. Sinds vijf jaar is ze vrijwilliger bij De Wijkhoek. ‘Tante Bep’ noemen de kinderen en jongeren uit de buurt haar. Zo ook de cliënten van Triade die in de Kringloopwinkel werken of deel uitmaken van het Serviceteam Stedenwijk.

‘Mevrouw Ans vertelde mij over de Weggeefwinkel in De Wijkhoek toen ik wat spullen nodig had. Ik ben daar gelijk blijven plakken. In augustus 2015 openden we een stukje verderop de Kringloopwinkel. Hier vragen we heel kleine bedragen voor de producten. Van tien cent tot twee euro. Dat werkt goed. Klanten hebben minder schaamte om hier te kopen en voor de jongeren met een beperking is het veel leuker om hier te werken. Dit voelt als een echte winkel met een kassa.’

Bep is elke middag in de Kringloopwinkel te vinden. ‘Waarom ik dit doe? Gewoon, gezellig met mensen omgaan, praatjes maken, grapjes, geintjes.’

‘Dat kost mij de nodige zweetdruppels’

Jongerenontmoetingsplek

Raynald Kross (1972, woont vanaf 1978 in Almere)

Vroeger was Raynald na schooltijd altijd buiten te vinden, om met zijn vrienden te voetballen en soms te basketballen. Hij weet precies waar de mooiste pannaveldjes zijn en waar je fijn kunt basketballen.

‘Als mijn zoons van 8 en 13 vragen of we wat leuks gaan doen, nemen we een voetbal en een basketbal mee en gaan we naar buiten. Meestal naar de Jongerenontmoetingsplek vlakbij ons huis. Daar spelen we graag het spelletje tienen, om het schieten goed te oefenen. En op het pannaveldje met twee doeltjes gaan ze met z’n tweeën tegen mij. Mijn zoons willen winnen, dus dat kost mij de nodige zweetdruppels.’

Ze gaan altijd ’s middags. Als Raynald vrij is op woensdag, in de weekends en tijdens vakanties. ‘We gaan ook wel eens de Almeerse pannaveldjes af. Het duurt niet lang of er komen kinderen bij. Zijn er al kinderen bezig en mogen we niet meedoen, dan gaan we verder.’

‘Het is zo leuk, ik zit echt in de bloei’

Participatiefabriek

Merlin Alberg (1976, woont vanaf 2002 in Almere)

Merlin heeft een zware tijd achter de rug. Haar moeder overleed aan eierstokkanker, zij was zwanger en bleek gendrager. Zodra haar zoontje kon lopen, liet ze zich opereren, moest revalideren en verloor haar fulltime baan.

‘In de moeilijkste periode van mijn leven besloot ik te gaan scheiden. Het is de beste keus die ik kon maken.’ Ze ging naar het sociaal wijkteam, bood aan te helpen bij de Kids-club, zette met iemand anders de Mama-club op en kreeg het advies om contact te zoeken met De Participatiefabriek.

‘Fabriek, fabriek, wat moet ik daar doen?’, dacht ze bij zichzelf. ‘Ik tekende voor het re-integratietraject van negen maanden. Daarna ging alles heel snel. Ik werd presentatrice van Participatiefabriek TV, later ook van Literatuurwijk TV en mocht een training volgen bij het TV-College in Hilversum. Nu heb ik een parttime baan. Het is zo leuk, ik zit echt in de bloei.’

‘Voordat ik het wist, was ik tuinjuf’

Schooltuintjes en buurttuin

Renate Oord (1979, woont vanaf 1988 in Almere)

Almere heeft veel lege plekken, ontdekte Renate. Drie jaar terug zag ze er weer één: een hondenuitlaatstrook, vlakbij de straat Razeil en basisscholen De Windwijzer en De Ontdekking. Hoe zou het zijn om hier schooltuintjes te beginnen, zodat de kinderen alles kunnen leren over zaaien, wieden, oogsten én gezond eten maken?

Een vrouw die verderop woonde, wilde graag een proeftuin beginnen met permacultuur. Zo ontstond het idee van deze combinatie van tuinen. De scholen reageerden enthousiast. De tijd bleek rijp. ‘Mensen van de gemeente hebben de grond afgegraven, paden gemaakt met tegels uit het depot, waterpompen aangelegd, fruit- en notenbomen geplant. Nu vind je hier drie aaneengesloten tuinen waar van alles groeit en bloeit.’

Van het één kwam het ander. Voor ze het wist, was ze naast haar 32-urige werkweek één van de twee ‘tuinjuffen’ van De Windwijzer, waar haar jongste dochter nog op school zit. ‘Dit is een bijzondere plek geworden.’

‘Dit park is gemaakt door skaters’

Skateplaza

Igor Sjerps (1989, woont vanaf 1992 in Almere)

Igor is opgegroeid in Almere en raakte via twee buurjongens aan het skaten. Toen hij een jaar of elf was, kocht hij zijn eerste professionele skateboard. Op de havo skatete hij wel acht uur per dag en versleet spullen bij de vleet. Gelukkig kreeg hij al snel een sponsor.

‘Ik ging altijd skaten in de grote steden, vooral Amsterdam. Daar waren mooie skatebanen. Hier in Almere werd het pas leuk met het nieuwe stadscentrum. Dat is één groot spektakel om te skaten, met allerlei aparte objecten, bankjes, schansjes, trappetjes, plantenbakken. Skaters vinden het geweldig. De politie helaas niet.’

Samen met andere skaters en de gemeente heeft hij als kersverse mede-eigenaar van skateshop Hard Bitten and the Others zijn schouders gezet onder de realisatie van Skateplaza, een kleine fijne skateplek onder de busbrug richting Filmwijk. ‘Dit park is gemaakt door skaters, die weten wat nodig is om er over tien jaar ook nog lol van te hebben.’

‘Veel kunst in de stad is mij altijd ontgaan’

Slangentoren

Betty Kuiper (1950, woont vanaf 1998 in Almere)

Sinds Betty één keer per maand meeloopt met de stadswandelingen van stadsgids Marie-Josée Röselaers, realiseert ze zich dat heel veel kunst in de stad haar altijd is ontgaan.

‘Je ziet het, maar je beseft het niet. Je fietst er tig keer langs, zonder echt te kijken. Ik vind het fijn dat de gemeente bij veel kunstwerken roestvrijstalen tegels heeft neergelegd, met naam en jaartal erop. Ik herken nog niet alle kunst als kunst en kijk ook niet constant naar de grond of er tegels bij liggen.’

Omdat ze met pensioen is, heeft ze de tijd om op internet informatie op te zoeken, gericht op pad te gaan of nog eens terug te keren. In haar eigen wijk staat de Slangentoren. ‘Ik heb daar nooit brandweerslangen aan zien hangen. Wel zie ik brandweerlieden soms oefenen. De architect heeft samengewerkt met een kunstenaar om de toren een leuk uiterlijk te geven.’

‘Zo vermaken we ons’

Speelplein Sirtakistraat/Quadrillestraat

Mireille Enser (1973, woont vanaf 2003 in Almere)

In 2012 kwam Mireille met haar drie kinderen in de Danswijk wonen, precies tegenover een nogal verwaarloosde speeltuin. Buurtgenoten namen contact op met de gemeente, vroegen om een opknapbeurt en vonden gehoor. Ze kregen de uitdaging om ook geld in te brengen en deden dat onder meer door een statiegeldflessen-actie bij supermarkt Deen en een kerstgeschenk van Zorggroep Almere.

Speelplein Sirtakistraat/Quadrillestraat werd op 10 juli 2015 geopend en is volgens Mireille een groot succes. ‘Ik ken geen leukere speelplek. Je hebt allerlei toestellen voor kleine en grotere kinderen. Er is ruimte om te rennen. Omdat er maar één bankje staat, nemen we bij mooi weer onze tuinstoel mee naar buiten. Soms zetten we zwembadjes neer. Zitten we daar met een grote groep. Zo vermaken we ons.’

Haar kinderen zijn inmiddels tieners. De jongste twee spelen hier overdag, de oudste zit daar graag ’s avonds. ‘We wonen in een poppenhuis, zijn veel liever buiten.’

‘Zwemmen met de watervogels’

Zwemwater Noorderplassen

Esther Verdonk (1952, woont vanaf 1994 in Almere)

Een vrouw, een man, hun zoontje van drie, een kantoor in Amsterdam, een huis in Hoorn en een zeilboot in Den Oever vonden in 1994 hun thuis aan de Noorderplassen. In een ruime woning met een tuin, een helling, een steiger en 200 m2 ‘eigen’ water.

Pas na achttien jaar is Esther er gaan zwemmen. ‘Eerst was er geen zwemtrap aan onze steiger. Toen die trap er was, ging ik nog steeds niet. Op mijn zestigste heb ik eindelijk een switch gemaakt.’ Ze zwemt drie van de vier dagen, vroeg in de ochtend. Als de temperatuur het toelaat in de plas. Is het te koud, waait het te hard of is het zwanenpaar met jongen te dichtbij, dan wijkt ze uit naar het dichtstbijzijnde zwembad.

‘Zwemmen met de watervogels, de reflecties van de huizen in het water, de bries in mijn haar, de opkomende zon. Het is fantastisch.’