Direct naar paginainhoud

Zo ontstond Almere: alle rapporten op een rij

Wat waren de belangrijkste stappen bij de totstandkoming van new town Almere? In welke nota werd de stad voor het eerst genoemd? In welk document werd de meerkernige opzet voor het eerst uitgewerkt? Wat waren de belangrijke publicaties van de mensen van Projectburo Almere, de peetouders van Almere, hun voorgangers en opvolgers?

In dit overzicht staan bijna 50 van de meest relevante rapporten, beleidsnotities en andere publicaties over Almere chronologisch onder elkaar. Het zijn niet alle plannen; het zijn er te veel en vooral van de oudste plannen is nauwelijks iets bewaard gebleven. Naast een korte samenvatting én de belangrijkste illustraties uit ieder document vind je een link naar de ingescande online of analoge documenten en boeken uit de collectie van Stadsarchief Almere. Wel zo handig als je snel op zoek bent naar het originele document. Deze tijdlijn is een work-in-progress. De komende weken voegen we nog illustraties en downloadlinks toe.

Samenstelling

Dit overzicht kunnen we publiceren dankzij Theo Lagarde, een van de peetvaders van de stad. Vroeger was hij werkzaam als planoloog, eerst bij het Projektburo Almere van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders en later bij de gemeente Almere. Sinds zijn pensioen is hij vrijwilliger bij Stadsarchief Almere. Theo stelde dit overzicht samen en schreef de teksten en regelde samen met Linda Davids, verantwoordelijk voor de bibliotheek van het stadsarchief, alle gedigitaliseerde bestanden. Michel Langendijk, curator bij het stadsarchief, werkte het geheel uit tot uit deze online tijdlijn. 

Vanwege de grote hoeveelheid publicaties ‘knippen’ we het overzicht op in 2 blokken met publicaties van vóór en ná de gemeentewording in 1984. Hieronder het deel tot aan 1984. Het tweede deel publiceren we in april 2025.


.

1898 en 1902 – Garden Cities of To-morrow door Ebenezer Howard

 

Dit iconische boek van de Brit Ebenezer Howard uit 1898 en een herziene druk in 1902 heeft veel invloed gehad op de ruimtelijke ordening van met name new towns. De tuinstadgedachte is met hem verbonden. Hij pleitte voor een stelsel van een grote stad omringd door een handvol satellieten, onderling met infrastructuur verbonden, van elkaar gescheiden door open (groene) ruimten, als tegenhanger van de grote vervuilde industriesteden. Zo’n stelsel telde 250.000 inwoners, waarvan 58.000 in de centrale stad met 6 satellieten à 32.000 inwoners. Eén van de (basis)voorwaarden voor Howard was dat de grond in handen van de gemeenschap was/bleef. 

Het schema hierboven, afkomstig uit To-morrow: a peaceful path to real reform uit 1898 (Garden Cities of To-morrow uit 1902 was de tweede editie, waarin opvallend genoeg dit schema ontbreekt) en de voorgestelde inwonertallen hebben veel overeenkomsten met de meerkernige opzet van Almere en de huidige grootte van de stad en de stadsdelen. Voor de aardigheid:

Oppervlakte Garden CityOppervlakte Almere
66.000 acres = 264 km2249 km2 
Bron: Garden cities of to-morrowBron: Sociale Atlas Almere 2011

Of Howard van directe invloed is geweest op de basisopzet van Almere, daarover verschillen in Almere nog altijd de meningen. De schematische opzet van Howard past in ieder geval bij de idee van de gebundelde deconcentratie uit de Tweede Nota ruimtelijke ordening (1966). En in het Ontwerp Structuurplan Almere  van 1978 (pagina 29) en het Structuurplan Almere van 1983 (pagina 25) wordt Howard ook letterlijk genoemd. Gezegd wordt dat ‘al is de huidige situatie (lees circa 1980) niet gelijk aan die van een eeuw geleden, het model van Howard nog actueel lijkt’. In de Cultuurrijp, het personeelsblad van de Rijksdienst besteed in 1977 ook aandacht aan Howard, daarin staat bijvoorbeeld ‘Almere past ook in een andere traditie, die omstreeks de laatste eeuwwisseling inzette met een boek van de Engels man Ebenezer Howard’.

Howard’s achterliggende opvattingen/wensen over de maatschappij zijn op zijn zachtst gezegd in ieder geval heel anders. In relatie tot Gardencity vond hij privébezit ongewenst, omdat privaat grondbezit erop gericht is winst te maken. In zijn boek besteedde hij overigens relatief weinig aandacht aan (de uitwerking) van het stedenbouwkundige idee van de garden city. Hij was zelf ook geen planoloog of stedenbouwkundige. 

Tenslotte kan niet onvermeld blijven dat als eerbetoon aan de man achter de tuinstadgedachte het Ebenezer Howardpark(je) naar hem is vernoemd, al was er een eerder plan om het veel grotere Beatrixpark zijn naam te laten dragen. 

De publicatie over Garden Cities lezen? Het boek is –nog niet– digitaal beschikbaar in het stadschief maar online beschikbaar via het Internet Archive (als pdf) en hier (als tekst). Zie verder de wikipediapagina over Ebenezer Howard.

  • Portret Ebenezer Howard

    Portret Ebenezer Howard (bron Wikipedia)

  • Schema uit Garden Cities of to-morrow

    Schema uit Garden Cities of to-morrow

  • Schema uit Garden Cities of to-morrow

    Schema uit Garden Cities of to-morrow

  • Schema uit het Garden Cities of To-morrow

    Segment uit het stedelijk systeem (Bron: Garden Cities of To-morrow)

  • Schema uit het Garden Cities of To-morrow

    De drie magneten, met de nadelen van Stad en Platteland en voordelen van de combinatie ervan (Bron: Garden Cities of To-morrow)

  • tekst van Ebenezer Howard

    Geen grond in handen van winstbeluste individuen, aldus Ebenezer Howard (Bron: Garden Cities of To-morrow)

.

1958: De ontwikkeling van het westen des lands

 

In 1952 zette het toenmalige kabinet de opdracht uit te onderzoeken hoe de Randstad er in 1980 voor zou staan, en welke problemen opgelost moesten worden. In 1958 verscheen het rapport De ontwikkeling van het westen des lands.

Belangrijke uitgangspunten in het resulterende rapport waren o.a. behoud van een agrarisch middengebied als centrale ruimte van formaat ('groene hart') en behoud van de historisch gegroeide centra als ruimtelijk apart gelegen zwaartepunten.  

Voor Almere is van belang dat geconstateerd werd dat in de zone Haarlem-Amsterdam-‘t Gooi-Utrecht (de latere noordvleugel) een tekort aan ruimte zou zijn voor de groeiende behoefte aan woningen, bedrijfsruimte, infrastructuur, recreatie enz. Men zou de groei uitwaarts (d.w.z. naar buiten de Randstad) moeten afschuiven, met name naar –nog te maken– polders in het IJsselmeer. De plankaart stipt -voor het eerst- de latere locatie van ‘Almere’ aan. Het zaadje van de overloopgedachte was geplant, de basis voor het groeikernen en –stedenbeleid.

Plan lezen? Klik door naar Rapport en de Toelichting, Kaart 1en Kaart2, alle uit de collectie Stadsarchief Almere

Overigens werd in het rapport ook een bestuurlijke herindeling binnen de Randstad voorgesteld. Maar ja, sinds de Bourgondische tijd (1384 - 1482) weten we hoe dat gaat, bestuurlijke herindelingen lijken altijd een open zenuw te raken. Daar kwam dus verder niets van terecht.

Naar boven

  • Plattegrond randstad met voor het eerste 'Almere' op de kaart

    Opvang van de groei in o.a. nieuwe IJsselmeerpolders. ‘Almere’ op de kaart gezet. (Bron: De ontwikkeling van het westen des lands. Collectie Stadsarchief Almere).

  • Plattegrond randstad met voor het eerste 'Almere' op de kaart

    Opvang van de groei in o.a. nieuwe IJsselmeerpolders. ‘Almere’ op de kaart gezet. (Bron: De ontwikkeling van het westen des lands. Collectie Stadsarchief Almere). Uitsnede

  • Kaartje uit rapport De ontwikkeling van het westen des lands

    Capaciteit voor opvang bevolkingsgroei in de noordelijke Randstad (Bron: De ontwikkeling van het westen des lands. Collectie Stadsarchief Almere).

  • Kaartje uit rapport De ontwikkeling van het westen des lands

    Capaciteit voor opvang bevolkingsgroei in de noordelijke Randstad (Bron: De ontwikkeling van het westen des lands. Collectie Stadsarchief Almere). Ovaal en namen zijn aan kaart toegevoegd.

  • Kaartje uit rapport De ontwikkeling van het westen des lands

.

1960: Nota inzake de ruimtelijke ordening in Nederland

 

Deze nota uit 1960 is beter bekend als “de eerste nota”. Veel concreets over ‘Almere’ staat er nog niet in. Vanwege de verwachte problemen in de Randstad (zie “De ontwikkeling van het Westen des lands”) zou voorrang gegeven moeten worden aan de inpoldering van oostelijk en zuidelijk Flevoland boven de Markerwaard. De nota heeft het over “expansie van de gehele Randstad in uitwaartse richting”. Plannen voor de Randstad moeten worden afgestemd op die voor de inpoldering van het IJsselmeer. Van het rapport “De ontwikkeling van het westen des lands” is verder niet zoveel terug te vinden. 

Wat opvalt is dat op alle kaarten de (toekomstige) IJsselmeerpolders leeg zijn, terwijl bijvoorbeeld wel gewezen wordt op de spoedige aanleg van de spoorlijn door de IJsselmeerpolders naar het Noorden en de aanleg van Rijksweg 10 door de IJsselmeerpolders.

Plan lezen? De eerste nota Ruimtelijke ordening is –nog niet– in de collectie van Stadsarchief Almere opgenomen. 

.

1961: Een structuurplan voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders ​​​​​​​

Dit rapport van de Dienst der Zuiderzeewerken (ZZW) uit 1961 wordt nog al eens foutief aangehaald als ‘hét structuurplan voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders”. Het structuurplan voor Almere zou door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) worden opgesteld, en werd uiteindelijk pas in 1983 goedgekeurd. De RIJP zou ook de inrichting van de polder doen. ZZW was verantwoordelijk voor de aanleg van de polder, die in 1968 zou droogvallen.

Inhoudelijk is dit rapport niet zo interessant voor de ontwikkeling van Almere, maar de kaart (zie  afbeelding 1 hieronder) uit dit rapport wordt wel vaak gebruikt. Dit rapport duidt de locatie van het latere Almere slechts aan als “gebied binnen stedelijke invloedssfeer, vooralsnog gedeeltelijk agrarisch”, maar had niet de aanduiding “toekomstige steden waarvan plaats is bepaald”. Misschien ook wel logisch, omdat pas met de Tweede Nota de locatie ‘Almere’ op de kaart zou komen. 

Ook afbeelding 2 is interessant. Die laat zien hoe de groei vanuit de Randstad zou kunnen plaatsvinden: als uitlopers langs vervoersassen (weg, spoorlijn). Dat beeld heeft, al dan niet toevallig, veel weg van een ouder Deens plan (afbeelding 3). In 1947 verscheen een plan om de groei van Kopenhagen naar buiten toe te laten plaatvinden, langs spoorwegen. Wat abstract weergegeven zag dat eruit als een hand: Kopenhagen was de handpalm, de uitlopers de vingers. Het plan heette Fingerplanen. Dat vingerplan, een groeistrategie, is inmiddels al bijna 80 jaar leidraad in Denemarken. Het in Almeerse plannen vaak terugkomend begrip ‘groenen wiggen’ (groene zones die vanuit het buitengebied diep de kernen binnendringen) werd ook al in het vingerplan genoemd (‘grønne kilen’, o.a. blz. 131). De les: een goede strategie is er om uitgevoerd te worden, niet om die elke 10 jaar te herzien.

Rapport lezen? Rapport en Kaart uit de collectie van Stadsarchief Almere zijn online beschikbaar

  • Kaart van Zuidelijk Flevoland

    Afbeelding 1 met de Plankaart uit Een Structuurplan voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten

  • illustratie met uitstraling vanuit de randstad

    Afbeelding 2. De uitstraling van de randstad, uit Een structuurplan voor de zuidelijke IJsselmeerpolders, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten

  • Twee illustraties bij rapport

    Afbeelding 3. De uitstraling uit de randstad 1961 versus het vingerplan van Kopenhagen uit 1947. Klik om te vergroten

  • illustratie uit rapport over bevolkingsconcentratie

    Concentratie bevolking, uit Een structuurplan voor de zuidelijke IJsselmeerpolders, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten.

  • overzichtskaart van plangebied

    Situatieschets uit Een structuurplan voor de zuidelijke IJsselmeerpolders, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten.

  • Prognosekaart uit rapport, 1960

    Prognose doorgaand verkeer in Flevopolder, uit Een structuurplan voor de zuidelijke IJsselmeerpolders, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten.

.

1966: Tweede nota over de ruimtelijke ordening in Nederland

 

Eén van de thema’s waar de 2e nota Ruimtelijke Ordening bekend om is geworden is de ‘gebundelde deconcentratie’. Stedelijke uitbreiding was onvermijdelijk, maar men wilde geen grote stedelijke concentraties én geen volledige spreiding; wel spreiding (deconcentratie), maar op geselecteerde plaatsen (gebundeld); een meer stadsgewestelijke opzet. De nota omschrijft het stadsgewest als “een gespreid samenstel van een of meer grote centra (steden of agglomeraties) met omringende kleinere kernen, die door hun vele onderlinge relaties één functioneel geheel vormen.” 

Bekend is ook de zogenaamde blokjeskaart, waarop onder andere (de locatie) ‘Almere’ is opgenomen. De stad was overigens nog naamloos in die tijd. Uit de legenda valt, indicatief, het een en ander af te leiden: een stad met een opbouw in verschillende (woon)milieudichtheden in een groene setting (o.a. stadsgewestelijk park) en spoorlijn. Het is een schema, geen ontwerp. Er werd gestreefd naar een inwonertal van 500.000 voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders in het jaar 2000.

‘Almere’ staat in de 2e Nota RO voor het eerst in beleidszin serieus op de kaart. Dit rapport was de aanzet om de planning van de stad te starten. 

Rapport lezen? 2e Nota (pdf) en Kaart Ruimtelijke structuurschets (de ‘blokjeskaart’ als pdf).

  • gekleurde blokjeskaart met Flevoland uit de 2e nota ruimtelijke ordening

    (Uitsnede van) de 'blokjeskaart' uit de Tweede Nota (Bron: Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening in Nederland. Collectie stadsarchief Almere). Klik om te vergroten

  • zwart wit tekeningen van spreiding versus deconcentratie

    Spreiding versus gebundelde deconcentratie (Bron: Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening in Nederland. Collectie stadsarchief Almere). Klik om te vergroten

  • kleurenkaart van nederland in 1960

    Landschap van Nederland met aangrenzende gebieden 1960, 2e nota RO, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten

  • Ruimtelijke structuurschets voor 2000, 2e nota ruimtelijke ordening, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten

  • Structuurbeeld van Nederland in ruimere omgeving, 2e nota ruimtelijke ordening, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten

.

1969 – Runcorn, new town masterplan

De Engelse new town Runcorn, in de buurt van Liverpool, is in een bepaald opzicht een inspiratie geweest voor Almere. Het plan daarvoor zegt: ‘The adopted solution, which gives the most favourable treatment for public transport, uses a separate rapid transit track reserved for buses, with an expressway for other motor traffic outside the residential areas’ (onderstreping toegevoegd). Het Master Plan beschrijft de overwegingen die tot deze keuze voor het bussysteem hebben geleid: het systeem van de vrije busbaan, in Runcorn in de vorm van een 8. ‘Everyone is within 5 minutes walking distance of the local social and shopping centres where rapid transit stops are located’. (blz 114) .

Een bezoek van de RIJP aan Runcorn was een eye opener. Almere zou een vrije busbaan krijgen. In Almere werd een norm van 90% van de woningen binnen 400 meter gebruikt (Structuurplan Almere (1983), blz. 251). Wat overeenkomt met 5 minuten lopen.

.

1970: Verkenningen omtrent de ontwikkeling van de nieuwe stad Almere in Flevoland

 

Verkenningen omtrent de ontwikkeling van de nieuwe stad Almere in Flevoland is de eerste officiële nota over Almere. Het is een ideeënschets waarin wordt aangegeven waarom Almere een meerkernige opzet zou moeten krijgen. Een meerkernige opzet past bij de idee van ‘gebundelde deconcentratie’ of stadsgewest uit 2e Nota. Een stap verder terug en we komen bij Ebenezer Howard uit. Op basis van dit rapport besloot het kabinet De Jong in april 1971, als één van de laatste beslissingen in zijn regeerperiode, om daadwerkelijk Almere te gaan bouwen.

De nota beschrijft de regionale context (het oude land dat met problemen kampte) –wonen-werken-recreatie– en de overloop, de basis waarop Almere in het leven is geroepen. Op grond van de beoordeling van enkele verstedelijkingsvormen (bandstad, concentrisch, raster) en overwegingen t.a.v. de opbouw van het woongebied worden drie ruimtelijke varianten beschreven, met een voorkeur voor het zogenaamde A3 model, een meerkernig model voor 250.000 inwoners (ook wel polynucleaire conceptie genoemd). De modellen A1 en A2 gaan over respectivelijk 125.000 en 200.000 inwoners. Het Structuurplan Almere (1983) zou dit idee verder uitwerken.

Hoe groot Almere moest worden zou een tijd lang onduidelijk blijven. Er werd dan ook een bandbreedte aangehouden van 125.000-250.000 inwoners. De eerste kern (Haven) zou wellicht 40.000 inwoners groot kunnen zijn maar eigenlijk gingen de schrijvers al uit van 250.000 mensen.

Nota lezen? Bekijk het rapport Verkenningen in de database van Stadsarchief Almere (pdf).

De naam Almere

De notulen van een overleg tussen De Rijksplanologische Dienst, Dienst der Zuiderzeewerken en de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, d.d. 20 oktober 1970, spraken nog over “Verkenningen omtrent de ontwikkeling van de Zuidweststad” (onderstreping toegevoegd). De naam ‘Almere’ is in zijn nieuwjaarstoespraak 1971 door de toenmalige directeur van de RIJP, ir. Otto, officieel gelanceerd, geïnspireerd door een kaartje in het boekje “Shell Journaal van Hollands water” (Kerstmis 1970). Lees hier meer over deze bijzondere kerstverhaal.

Peetouder Piet Davelaar

Auteur van Verkenningen was Piet Davelaar, een van de peetvaders van de stad. In de serie Vormgevers van Almere maakte Stadsarchief Almere in 2022 een kort portret van Piet Davelaar. Ook op Omroep Flevoland is een reportage met Davelaar over het rapport Verkenningen terug te kijken

  • Animatie met de A1, A2 en A3 groeimodellen uit Verkenningen over elkaar geprojecteerd. Animated Gif door Theo Lagarde.

  • Het A-1 model, basis voor de meerkernige opzet met een stad van +/- 125.000 inwoners (Bron: Verkenningen. Collectie Stadsarchief Almere).

  • Het A-2 model, basis voor de meerkernige opzet met een stad van +/- 200.000 inwoners (Bron: Verkenningen. Collectie Stadsarchief Almere).

  • A-3 model, het uiteindelijk gekozen model, basis voor de meerkernige opzet met een stad van +/- 250.000 inwoners (Bron: Verkenningen. Collectie Stadsarchief Almere).

.

1974: Almere 1985 – aanzet tot een ontwikkelingsstrategie 1970-1985-2000

 

Dit rapport uit 1974 is een vervolg op Verkenningen omtrent de ontwikkeling van de nieuwe stad Almere in Flevoland (1970). De stad zal tussen de 125.000 en 250.000 inwoners moeten herbergen in het jaar 2000 en bestaan uit meerdere kernen. Voor de eerste kern wordt een locatie aan het Gooimeer gekozen. Dit is lange tijd een bestuurlijk twistpunt tussen met name Amsterdam en ’t Gooi waarbij Amsterdam pleitte voor een locatie dichter bij de Hollandse Brug en ’t Gooi dichterbij de Stichtse Brug. 

Er worden zes doelstellingen benoemd waarmee rekening moest worden gehouden bij de realisering van Almere. Het is de oerversie van de “Almere Principles”, die in 2008 zouden worden gepubliceerd. Het rapport probeert deze tamelijk abstract geformuleerde doelstellingen om te zetten naar iets concreets en meetbaars. De doelstellingen komen uitgebreid terug in het Structuurplan Almere (1983). Opvallend is de koppeling van de doelstellingen aan de ‘identiteit van Almere’.

1. Almere dient een directe bijdrage te leveren aan het oplossen van de regionale, maatschappelijke en ruimtelijke problemen van vandaag,
2. Almere dient mogelijkheden open te houden voor morgen,
3. Almere dient plaats te bieden aan een ieder,
4. Almere dient de individuele ontplooiing van hen, die er verblijven, te stimuleren
5. Almere dient een bijdrage te leveren aan het ontstaan en behoud van een gezond “natuurlijk” milieu,
6. Almere dient een bijdrage te leveren aan het behoud en een verdere ontwikkeling van een stedelijke cultuur.
Wanneer deze doeleinden worden verwezenlijkt zal Almere een eigen identiteit krijgen. Zijn ontstaansreden en de typische kenmerken van zijn ligging zullen tot uitdrukking komen in de functies, het sociale leven en de gestalte van de stad.

Er wordt in Almere 1985 ook aandacht besteed aan ontwikkelingen t.a.v. wonen, werkgelegenheid, voorzieningen, mobiliteit, alternatieve hoofdinfrastructuur (met andere spreiding van het woongebied), natuurlijk milieu. Ook mogelijke locaties voor de 2e en 3e kern (resp. Almere Stad en Almere Buiten) worden aangestipt. Zie illustraties hieronder.

Niet duidelijk is of deze nota de ‘vervanger’ is van het nooit goedgekeurde “Verkenningen 2”. 

Nota Lezen? Bekijk Almere 1985 in de database van Stadsarchief Almere.
 

  • Zes doelstellingen uit het rapport Almere 1985 (1974). Klik om te vergroten

  • zwart-wit schetsen uit rapport Almere 1985 over varianten voor de locatie van de 1e, 2e en 3e kern

    Varianten locatie voor de 1e, 2e en 3e kern (Bron: Almere 1985. Collectie Stadsarchief Almere). Klik om te vergroten.

  • Zwart wit overzichten met alternatieven voor infrastructuur

    Alternatieven voor (infra)structuur (Bron: Almere 1985. Collectie Stadsarchief Almere). Klik om te vergroten.

.

1974: Ontwerp Almere-Haven

 

“Dit boekje is in de eerste plaats bestemd voor de mensen die in Almere willen komen wonen, werken of er hun bedrijf willen vestigen”. Een opvallend openingszin omdat plannen zelden of nooit zijn gericht aan mensen die er komen wonen en werken, maar op plannenmakers, bestuurders, ontwikkelaars, corporaties en dergelijke. In het met zwart-wit foto's geïllustreerde boekje wordt ingegaan op waarom Almere, voor wie, wat voor stad. De ruimtelijke opzet van Almere Haven, de eerste kern, wordt beschreven, alsook het bijbehorend programma aan woningen, winkels en andere voorzieningen, arbeidsplaatsen e.d. De vrije busbaan wordt genoemd. 

De gekleurde plankaart, met een globale verdeling van woningdichtheden, werd aangeduid als Structuurschema. De groene wiggen, die alle kernen vanuit de Buitenruimte (zie De Buitenruimte van Almere) zouden binnendringen, staan hier al zeer herkenbaar op de kaart (de westelijke en de oostelijke groene wig). Almere Haven moet niet alleen als onderdeel van een groter stedelijk gebied kunnen fungeren (Almere), maar ook als zelfstandige eenheid. Daarom, zo stelt de publicatie, zou Almere Haven bij een inwonertal van 20 à 25 duizend kunnen worden afgerond.

De start van de woningbouw vond plaats in september 1975. De sleutels van de eerste woningen werden op 30 november 1976 aan de eerste 100 bewoners overhandigd in café-restaurant De Roef. 

Nota lezen? Ontwerp Almere-Haven is beschikbaar in de online database van Stadsarchief Almere. Ook de in 1979 gepubliceerde Aanvulling structuurschema, met een aanpassing van de plankaart in zwart-wit, staat online. De discussie met het ministerie, bestuurders van provincies en omliggende steden over Ontwerp Almere-Haven en Almere 1985 uit het archief van de ZIJP is ook online beschikbaar.

 

  • Gekleurde structuurschema van Almere Haven

    Structuurschema Almere Haven, uit Ontwerp Almere-Haven 1974, collectie Stadsarchief Almere

    Structuurschema Almere Haven uit Ontwerp Almere Haven, 1974 (Collectie Stadsarchief Almere)

  • Zwart-wit Structuurschema Almere Haven uit 1979

    Structuurschema Almere Haven uit Ontwerp Almere Haven, aanvulling 1979 (Collectie Stadsarchief Almere)

  • Google satellietfoto van Almere Haven ter vergelijking met structuurschema 1974

    Almere Haven (bron: Google Maps d.d. 6 januari 2025) ter vergelijking met het structuurschema uit 1974

.

1974: Voorontwerp voor het centrum van Almere-Haven

 

Bij de komst van de eerste bewoners (in de Schoolwerf) eind 1976 waren al enkele voorzieningen, waaronder winkels, in noodgebouwen aanwezig, daar waar later de Brink zou komen. Voor het definitieve centrum van Almere Haven moest de schop nog de grond in. Het plan hiervoor gaat in op de functies/kenmerken van het centrum en de ruimtelijke opzet in hoofdlijnen. De nota behandelt de situering van de diverse functies en hun onderlinge relaties, bereikbaarheid en parkeren, (verblijfs)klimaat, materiaalgebruik. Een concreet stratenplan en bouwplannen moesten nog worden uitgewerkt, maar de hoofdstructuur staat (later ook wel haltermodel genoemd). 

Dit plan heeft dus uiteindelijk vormgegeven aan het centrum van Almere Haven zoals het er nu ligt.

Nota lezen? Voorontwerp voor het centrum van Almere-Haven

  • Situering van functies in het centrum figuur 37 uit Voorontwerp voor het centrum Almere-Haven, 1974, Collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten.

  • Voorontwerp voor het centrum Almere-Haven, figuur 2, inzake winkels. Collectie Stadsarchief Almere 1974. Klik om te vergroten.

  • Voorontwerp voor het centrum Almere-Haven, figuur 50, inzake de wind. Collectie Stadsarchief Almere 1974. Klik om te vergroten.

.

1974-1976: De ‘programmeerreeks’ / serie: Programmering van woongebieden

 

Met name in de beginperiode van Almere (Haven) werd nog op allerlei onderwerpen driftig gestudeerd. Een deel van de resultaten kan men terugvinden in de zogenaamde programmeerreeks (‘programmering van woongebieden’). Hierin verschenen:

- Woonomgeving Almere – ’n typologie & richtlijnen – 1973 (deel 1). 
- Methode tot karakterisering van de verschillende situeringen van woongebieden in Almere-Haven – 1974 (deel 2)
– Variaties in groen - 1974 (deel 3). Nog niet analoog of digitaal beschikbaar
Stedebouwkundige integratie van de werkgelegenheid In Almere (deel 4)
Verkavelingskosten woongebieden – 1975 (deel 5)
De Inrichting van openbare stedelijke ruimte – 1975 (deel 6)
– Natuur in de stad – 1978 (deel 7). Nog niet analoog of digitaal beschikbaar

De titels spreken wel voor zich.

De covers van een aantal uitgaven uit de serie Programmering van Woongebieden (de 'programmareeks') staan hieronder.

.

1975 – De Schoolwerf


In een kort overzicht van plannen mag het eerste woningbouwproject in Almere niet ontbreken. Het gaat om de Schoolwerf, aan de oostrand van het centrum van Haven, waarvoor de eerste paal in 1975 werd geslagen. De eerste sleutels werden op 30 november 1976 uitgereikt in café-restaurant De Roef, het eerste gebouw in het centrum van Almere Haven, dat ligt op loopafstand van de Schoolwerf.. 

Het eerste deel van de Schoolwerf bestaat uit vier -vrijwel- gesloten bouwblokken met woningen (architect Van Stigt). Voor zover valt na te gaan is er destijds niet over geschreven. Later wordt het uiteraard wel opgenomen in de publicatie 10.000 woningen, een overzicht van de eerste 67 woningbouwprojecten in Almere uit 1982. Zie over de typering van de Schoolwerf ook love80sarchitecture.

Eén bron van informatie is de publicatie Woningbouw Almere-Haven te Almere – deel 1 TU Delft, 1977. Die bevat o.a. een aantal pagina’s over De Werven, inclusief Schoolwerf, van de hand van architect Van Stigt. Het boek is in te zien in Stadsarchief Almere en komt binnenkort online beschikbaar.

Schoolwerf en gelijkenis Barcelona

Opvallend aan de Schoolwerf is de gelijkenis van de bouwblokvormen met een beroemd stukje Barcelona, de Eixample. Dat plan, beter bekend als plan Cerda, was ten tijde van de Schoolwerf al een eeuw oud. Functies, schaal en context van de beide bouwblokken zijn natuurlijk niet vergelijkbaar. In de Eixample wonen 225.000 mensen, even veel als in heel Almere in 2023. De bouwblokken daar zijn aanzienlijk groter en bevatten een mix van functies, met name op de begane grond. Kenmerkend zijn de afgeschuinde hoeken van de bouwblokken, waardoor een kleine open ruimte (pleintje) ontstaat die erg lijkt op die van de Schoolwerf.

  • zwart wit luchtfoto Almere Haven met de Schoolwerf, 1977 foto RIJP

    Haven met bouw Schoolwerf_1977 © foto RIJP

    Almere Haven met de Schoolwerf, 1977 foto RIJP

  • Google maps foto van de Schoolwerf

    Schoolwerf, bron Google Maps 5 juni 2024

  • luchtfoto wijk in Barcelona die lijkt op Schoolwerf

    Eixample in Barcelona, bron Google 5 juni 2024

  • Almere Haven met o.a. Schoolwerf 1995 © Delta Phot

    Haven met o.a. Schoolwerf 1995 © Delta Phot

    Schoolwerf, 1995, foto Delta Phot, collectie Stadsarchief Almere

  • luchtfoto van Almere Haven uit 2008

    Haven met o.a. Schoolwerf 2008 © foto_Rovorm

    Almere Haven met de Schoolwerf 2008, foto Rovorm, collectie Stadsarchief Almere

.

1976 – Kromslootpark

Al vroeg in de ontwikkeling van Almere werd door Hans Laumanns een plan gemaakt voor een groot groengebied in Almere Haven. Nog voor de start bouw van Almere Haven werd al gewerkt aan dit park waarvan peetvader Hans Laumanns de eerste schetsen maakte.. Een groengebied met een waterig karakter, dat omschreven werd als “een in het stedelijk gebied geïntegreerd natuurgebied dat openbaar betreedbaar is en waarvan delen een meer parkachtig karakter zullen dragen”. De grillige waterlopen hebben het gebied de naam Kromslootpark bezorgd. Vanuit de lucht is dat goed te zien, bijvoorbeeld bij de foto's uit de Almere Boven tentoonstelling. Het park is vrij van autoverkeer (uitgezonderd de entree) en heeft, afgezien van een enkele picknicktafel bij de entree, geen voorzieningen. Het gebied heeft enkele jaren geleden een flinke opknapbeurt gehad; er is ook een stukje van afgeknabbeld voor de aanleg van de nieuwe op- en afrit A6-Hogering.

In Stadsarchief Almere is het oorspronkelijke werkdocument -nog- niet beschikbaar, wel een uitgebreid Dossier met technische tekeningen (pdf).

.

1976: De Buitenruimte van Almere

 

Medio 1976 verscheen het concept van de nota “De Buitenruimte van Almere”. In tegenstelling tot, of liever, als complement van de plannen van Haven, Stad en Buiten, ging de nota niet over (woon)kernen, maar het open gebied eromheen, de groenstructuur, waarin de kernen waren ‘opgehangen‘. De Buitenruimte ontleent haar waarde(n) aan het gebruik dat de bewoners ervan maken. Deze ruimte moest daarom in samenhang met de woonkernen worden ontworpen; het is zeker geen restruimte. De buitenruimte werd binnen het Projektburo Almere ook wel eens de 6e kern genoemd.

Een en ander heeft een iconische kaart opgeleverd met de zogenaamde landschapsontwikkelingszones. Het concept van deze zones was bedacht om in het nog lege gebied van Almere via een stelsel van, vooral radiale, zones aanzetten voor een functionele invulling te geven. Zowel rode (gebouwen) als groene functies (bos, landbouw). De nota is nooit formeel vastgesteld, maar de inhoud wist wel te beklijven; de landschapsontwikkelingszones zouden nog tientallen jaren in nota’s worden opgevoerd. Van enkele nog te ontwikkelen plekken, zoals het Weerwater en Noorderplassen, zijn in De Buitenruimte van Almere al schetsmatige ideeën te vinden.

Nota lezen? De Buitenruime van Almere is analoog en digitaal terug te vinden in de collectie van Stadsarchief Almere. 
 

Han Wezenaar

Een van de auteurs van De Buitenruimte is peetvader Han Wezenaar. Een uitgebreid interview met Wezenaar staat in de publicatie DNA van Almere, een boek waarin Brans Stassen 16 peetouders van Almere interviewt. Wellicht ook interessant is het particulier archief van Han Wezenaar dat hij heeft geschonken aan het stadsarchief.

Misschien ook interessante achtergrondinformatie: De functies van de Buitenruimte van Almere (pdf uit de collectie Stadsarchief Almere), een studierapport van Han Wezenaar uit 1975, met foto's van Alle Hosper.

 

  • Het stelsel van waterverbindingen en plassen, uit De Buitenruimte (1976), collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten

  • zwart wit kaart van de landschapsstructuur, uit nota De Buitenruimte

    Landschapsstructuur, uit De Buitenruimte (1976), collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten

  • Landschapsontwikkelingszones, uit De Buitenruimte (1976), collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten

  • zwart wit kaart Almere met vaarverbindingen

    Stelsel van vaarverbindingen en plassen als basis voor landschapsontwikkelingszones, uit De Buitenruimte (1976), collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten

  • zwart wit schets van stadsmeer, later weerwater

    Globale schets van het Weerwater en omgeving, De Buitenruimte van Almere, 1974, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten

  • Google satellietbeeld van het Weerwater

    Weerwater. Bron Google (geraadpleegd 6 januari 2025). Klik om te vergroten

  • kleurenkaart met landschapsontwikkelingszones uit rapport uit 1994

    Landschapsontwikkelingszones. Bron: Stadsplan Almere 2005 (1994), collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten.

.

1977 – Stadsverwarming Almere


Géén ruimtelijk plan, maar toch interessant om toe te voegen aan dit overzicht. In 1977 verscheen de nota Stadsverwarming Almere. Hierin werden de mogelijkheden voor stadsverwarming onderzocht. De woningen hebben dan geen gasaansluiting nodig. De conclusie van het rapport: ‘Stadsverwarming leidt, wanneer warmte en kracht in één proces worden opgewekt, tot een aanzienlijke besparing van energie’. Als locatie voor zo’n warmtekrachtcentrale werd gedacht aan Tussen de Vaarten, ter hoogte van Waterwijk. De bewoners vonden later dat ze in hun energielasten niets terugzagen van “een aanzienlijke besparing van energie”. 

De centrale zou uiteindelijk op bedrijventerrein Markerkant komen. Almere Haven was toen al in aanbouw en aangesloten op het aardgasnet. Almere Stad kreeg stadsverwarming; Almere Buiten niet, Almere Poort weer wel (met hulp van de Diemer centrale (met een warmteoverdrachtstation in het Columbuskwartier, langs de Poortdreef/Godendreef).

Deze nota is niet zo zeer van invloed zijn geweest op het uiterlijk van de stad, in tegenstelling tot ruimtelijke plannen als structuurplannen en ontwikkelingsplannen. Maar tegen de achtergrond van klimaatsverandering en warmtetransitie zeker een interessante nota. Tezelfdertijd verscheen al een notitie over zonnepanelen.

Nota lezen? In dit online dossier  in de database van Stadsarchief Almere is de nota Stadsverwarming Almere beschikbaar, samen met diverse andere rapporten en correspondentie over stadsverwarming. 

NB: Utrecht begon al in 1923 met stadsverwarming (bron: https://www.stadsverarming.nl/stadsverwarming/ )

.

1977 – Derde nota over de ruimtelijke ordening - Deel 2d: verstedelijkingsnota

Rijksnota’s Ruimtelijke Ordening hebben in het algemeen geen directe betekenis voor hoe Almere eruit komt te zien. Ze zijn vooral van belang voor de relatie tussen Almere en haar omgeving (rijk en regio) en voor het woningbouwprogramma en infrastructuur. 

Dit is de eerste nota ruimtelijke ordening waarin het net opgestarte Almere (start woningbouw 1975) een concrete (rijks)taakstelling meekrijgt. Almere wordt aangewezen als groeikern met een voortgezette taakstelling. De bedoeling van een groeikern wordt nauwelijks toegelicht. Vastgelegd wordt dat Almere in de periode 1980-1990 minstens 24.000 woningen bouwt (waarvan 4.000 voor de afronding van de 1e kern (Haven) en langs het spoor tenminste 20.000, in de 2e =(Stad) en 3e kern (Buiten). Daarna kunnen nog 30.000 woningen worden gerealiseerd. Almere blijft groeikern.

Het belang van een spoorlijn naar Almere wordt onderschreven. Die zou in 1985 klaar moeten zijn. Het zou uiteindelijk 1987 worden; voorwaar niet slecht voor een groot infrastructureel werk; maar had de (eerste) Nota Ruimtelijke Ordening het niet over een spoedige aanleg?).

De derde nota is nog niet in het stadsarchief beschikbaar. 

 

Voor wie meer wil weten over groeikernen: de publicatie “Groeikernen als hoekstenen van de Nederlandse ruimtelijke planningsdiscipline” (Faludi en Van der Valk, 1991) blikt uitgebreid terug op het verschijnsel groeikernen (waaronder Almere). 

In Stadsarchief Almere is het papieren boek beschikbaar: Groeikernen als hoekstenen van de Nederlandse ruimtelijke planningsdiscipline

.

1978 – Ontwerp structuurplan Almere

 

Het structuurplan Almere is bedoeld om een ruimtelijk en inhoudelijk kader te bieden voor de ontwikkeling van héél Almere. Het Ontwerp Almere-Haven, een structuurschema, was al in 1974 vastgesteld om de eerste projecten in Almere Haven mogelijk te maken.

In het Ontwerp structuurplan Almere (1978) staan op de bijbehorende plankaart onder andere de locaties voor de 5 kernen van Almere: Haven, Stad, Buiten, Hout en Pampus. Géén Almere Poort; dat was bestemd voor recreatieve en bijzondere functies. Er werd al rekening gehouden met een sprong van Pampus naar Amsterdam via het IJmeer. 

Op blz. 29 wordt aandacht besteed aan de ideeën van Ebenezer Howard (zie “Garden Cities of tomorrow”) en de bruikbaarheid voor Almere. Maar een uitgebreide verantwoording is het bepaald niet. 

Het ontwerstructuurplan leverde aardig wat commentaar op (o.a. uit de hoek van landbouw en bos). En moest nog een aanvulling over stedelijke voorzieningen komen. De goedkeuring van het structuurplan (door de minister van Verkeer & Waterstaat, niet VROM) zou er pas in december 1983 komen. Toen waren inmiddels al afzonderlijke structuurplannen voor Stad en Buiten goedgekeurd.

Zie verder bij Structuurplan Almere 1983

Nota lezen? Ontwerp Structuurplan Almere (pdf) en de plankaart Ontwerp Structuurplan (pdf).

  • Gekleurde plankaart voor Almere

    Plankaart ontwerp structuurschema, 1976, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten.

  • Gekleurde plankaart Almere

    Plankaart ontwerp structuurplan (detail) 1976, collectie Stadsarchief Almere. Klik om te vergroten.

.

1979 – Ontwerp Almere-Stad

 

Drie jaar na de oplevering van de eerste woningen in Almere Haven verscheen een rapport waarin de contouren voor de ontwikkeling van de 2e kern, Almere Stad, zijn neergezet. Randvoorwaarden en uitgangspunten voor ontwikkelingsplannen worden geformuleerd. Zo moest rekening worden gehouden met 80.000-100.000 inwoners op termijn. Verder wordt aangegeven hoeveel ruimte voor hoofdfuncties als wonen, werken, centrum en recreatie nodig is. De nota is feitelijk de voorstudie van het structuurplan Almere-Stad, dat een paar jaar later zou uitkomen. Maar de opzet van Stad staat dan al op papier.

Nota lezen? Ontwerp Almere-Stad (pdf), uit de collectie Stadsachief Almere.

.

1979 – Ontwerp-structuurplan Buitenruimte Almere (versie 1979)

 

Niet lang na de nota De Buitenruimte van Almere (1976) verscheen het ontwerp-structuurplan voor de Buitenruimte (binnen het Projektburo Almere meestal met een hoofdletter geschreven, zoals de namen van de kernen). 

Het plan is bedoeld om op basis van de hoofdlijnen in het Ontwerp-Structuurplan Almere (1978) vorm en inhoud te geven aan de ontwikkeling van de Buitenruimte. Ingegaan wordt op de betekenis van de Buitenruimte. Minstens zo interessant als uiteindelijke invulling zijn ontwikkelingsstrategie en -proces. Hieraan wordt dan ook ruim aandacht besteed.

Het zal niet verbazen dat “De Buitenruimte van Almere” in dit ontwerp-structuurplan doorklinkt. Uiteindelijk zou dit plan niet worden vastgesteld. Het gedachtengoed werd in het structuurplan Almere (1983) overgenomen.

Nota lezen? Ontwerp-structuurplan Buitenruimte en hier vind je de Plankaart, beiden in de collectie Stadsarchief Almere.

.

1980 – Ontwikkelingsplan voor het centrum van Almere


De indruk wordt wel eens gewekt dat Almere pas een plan voor het centrum kreeg met het plan voor het stadshart van Rem Koolhaas (1995). Niets is minder waar. Tegelijk met de eerste bewoners van Stad in 1980 verscheen het ontwikkelingsplan voor het centrum van Almere (dat samenviel met het centrum van Almere Stad). Een centrum voor een stad van 200.000-250.000 inwoners. Het plan een stratenpatroon en een programma aan winkels, wonen, dienstverlening, kantoren, horeca, cultuur, verkeer etc. Uiteraard wordt ook beschreven aan welke kenmerken een centrum moet voldoen.

Tot 1993 werd het stadscentrum volgens dit ontwikkelingsplan gebouwd, in het bijzonder de lijn Stationsstraat-Stadhuisplein-Korte Promenade-Bottelaar- en Zoetelaarpassage-Zadelmaker- en Brouwerstraat. 

Daarna schreef het stadsbestuur een prijsvraag uit voor de verdere ontwikkeling van het centrum. Dat leverde inzendingen op van OMA (Rem Koolhaas), TKA (Teun Koolhaas), Quadrat en Urhahn Design. Het bestuur koos voor OMA. 

Zelfs de BBC deed aan ‘geschiedvervalsing’ door in een artikel in 2022 te stellen: The initial template for Almere was laid down by the world-renowned Dutch architect Rem Koolhaas (…). Koolhaas began by creating a distinctive three-tier city centre. This concentrated car parking underground, complemented by ground-level shopping and leisure facilities now rendered free from traffic. The triple stack design was completed by an upper layer of planted green spaces on the rooftops of the ground-level buildings, on which houses and small blocks of apartments sit.” Lees het artikel op de BBC website

Uiteraard was Rem Koolhaas niet de bedenker van “The initial template for Almere”. Eerder zijn neef Teun. Hij was zelfs niet de bedenker van het stadscentrum. Alleen voor het tweede deel, dat we ‘stadshart’ zijn gaan noemen.

Nota lezen? Ontwikkelingsplan voor het centrum van Almere.
 

Peetvaders Klaas Nawijn en Brans Stassen

De nota Ontwikkelingsplan voor het centrum van Almere werd geschreven door Klaas Nawijn en Brans Stassen. Van beiden peetvaders zijn videoportretten gemaakt in de serie Vormgevers van Almere, bekijk hier het interview met Klaas Nawijn en met Brans Stassen, en nog een filmpje waarin Brans vertelt over het stadshart. Van beide peetouders zijn diverse interviews, boeken en artikelen te vinden in de database van het stadsarchief. 

 

.

1981 – Almere Buiten – een stedebouwkundige verkenning voor Hoofdcentrum Zuid

Een bekend en herkenbaar stedenbouwkundig element in Almere Buiten is de Evenaar. Die komt voort uit het plan Almere Buiten. Een stedebouwkundige verkenning voor Hoofdcentrum Zuid (bureau Abma+Hazewinkel+Dirks). 

De inspiratie hiervoor werd gevonden in Welwyn Garden City (één van de twee authentieke Garden Cities in Engeland), waar de ruimtelijke werking van de Parkway, twee verkeersstroken gescheiden door een groene zone, kennelijk indruk had gemaakt. De Parkway loopt op circa 300 meter parallel aan het spoor, met het winkelcentrum ertussen. De Almeerse versie zou ruim 3x zo lang worden (gemeten op Google Maps)

.

1982 – Structuurplan Almere-Stad

Het structuurplan Almere-Stad borduurt voort op het Ontwerp Almere-Stad (1979), het bevat richtlijnen voor het verdere ontwerp van Almere Stad. Verder wordt dieper ingegaan op zaken als woningdichtheden en afstanden, verkeer en vervoer, ruimtelijke fasering, de centra. 

Nota lezen? Structuurplan Almere-StadPlankaart

.

1982 – Structuurplan Almere Buiten

Enkele maanden na goedkeuring van het structuurplan voor Almere Stad verscheen het structuurplan voor de 3e kern, Almere Buiten, nadat twee eerdere (concept)versies waren afgekeurd.

Het plan behandelt de positie binnen Almere, visie op wonen, werken, welzijn, voorzieningen, centra, milieu, verkeer; inclusief programma. De plankaart toont een structuur van bebouwingsvlakken in een raster, gescheiden door groenzones. De sfeer van de verschillende delen zou moeten worden ontleend aan de directe omgeving. 

Nota lezen? Structuurplan Almere-Buiten

  • Google maps afbeelding van Almere Buiten

    Almere Buiten (bron: Google Maps d.d. 6 januari 2024)

  • Schema over sferen in Almere Buiten

    Sferen onder invloed van de directe omgeving (Bron: Structuurplan Almere-Buiten. Collectie stadsarchief Almere)

  • schema van winkels in Almere Buiten

    Winkels en welzijnsvoorzieningen in centrum Buiten (Bron: Ontwikkelingsplan centrum Almere-Buiten. Collectie stadsarchief Almere)

.

1983 – Ontwikkelingsplan centrum Almere-Buiten

 

Uit de meerkernige opzet van Almere volgde dat Almere Buiten een centrum zou krijgen, dat paste bij de omvang van die kern, o.a. vastgelegd in het structuurplan Almere Buiten. Het ontwikkelingsplan voor het hoofdcentrum van Buiten beschrijft de stedenbouwkundige hoofdopzet. Aandacht wordt besteed aan zaken als verkeer en vervoer, detailhandel, welzijnsvoorzieningen, wonen, werken, groenvoorzieningen, inclusief het benodigde programma.

Het eerste stukje centrum (toen met supermarkt AH) werd in 1984 opgeleverd, tegelijk met de eerste woningen in Buiten (in de aangrenzende Molenbuurt).

Nota lezen? Ontwikkelingsplan centrum Almere-Buiten

.

1982 – Almere 1982: 10.000 woningen

In 1976 werden de sleutels van het eerste woningbouwproject in Almere uitgereikt. Zeven jaar later, op 16 december 1982 vond het uitreiken van de sleutels van de 10.000e woning plaats. “Het bereiken van dat ronde getal was aanleiding om een overzicht van de woningvoorraad van Almere per 31 december 1982 samen te stellen”. Dit boekje, samengesteld door Jack Laddé, geeft een overzicht van alle 67 woningbouwprojecten, de namen van de architecten en een schets van het woningtype. Groepen individuele, losstaande woningen zijn per deelgebied als een project zijn beschouwd. 

Het samenstellen van soortgelijke boekjes is helaas geen traditie geworden. Voor zover bekend is dit het eerste en enige officiële overzicht van bouwprojecten met de namen van architecten. In Stadsarchief Almere zijn alle bouwarchieven vanaf het begin van Almere beschikbaar (alle dossiers t/m 1998 zijn overgedragen). Verder wordt gewerkt aan de ontsluiting van de ‘collectie Doeleman’, een -bijna- compleet overzicht van alle verkoopbrochures van woningen in Almere.

Het boekje 10.000 woningen inzien? Dat kan in Stadsarchief Almere of online via deze link (pdf)

.

1983 – Ontwikkelingsplan doe het zelf complex in Almere-Buiten

Als uitwerking van een onderzoek van de RIJP naar de mogelijkheden van een doe-het-zelf-complex in Almere verscheen in 1983 het ontwikkelingsplan (Doemere). Locatie was het gebied tussen spoorlijn, busbaan en Polderdreef, in het structuurplan Almere Buiten aangeduid als werkgebied, pal tegen het centrum aan. Er is ruimte voor detailhandel (o.a. doe-het-zelf, woninginrichting, tuin) en aanverwante dienstverlening, en recreatie. Een en ander is ook terug te vinden in het bestemmingsplan voor het gebied 3AGQ (volgens de gebiedsindeling van de RIJP staat de letter A voor centrumgebied).

In 1988 werd de eerste fase opgeleverd. Het ontwerp is tamelijk beeldbepalend voor het centrum van Buiten. De typische tentconstructie kan men (nu) ook elders aantreffen, zoals op het vliegveld van Denver (VS)!

Enkele jaren eerder (1976?) was er een idee van projectontwikkelaar Matser dat wel enige verwantschap met Doemere vertoonde. Als locatie werd eerder aan een locatie bij de Hollandse Brug gedacht (met als naam Flevopoort).

Deze nota komt binnenkort digitaal beschibaar, een papieren exemplaar is beschikbaar in Stadsarchief Almere.

.

1983: Structuurplan Almere

In 1978 verscheen het ontwerp-structuurplan Almere, maar het zou nog 5 jaar duren voordat het in december 1983 door de minister van Verkeer en Waterstaat, zou worden goedgekeurd – 2 dagen voor de gemeentewording van Almere

In de tussentijd kregen allerlei instanties de gelegenheid te reageren. Dat leidde tot aanvullingen en aanpassingen van het ontwerp. Meest in het oog springend is de aanpassing van de plankaart: op de west- en oostflank van Almere zijn niet langer de kernen Pampus (géén Poort) en Hout getekend, maar een reservering. Aanvullingen waren onder andere een hoofdstuk over stedelijke voorzieningen, milieuhygiëne en een convenant bestemmingen (waarin m.n. bos veel discussie opleverde), die in bestemmingsplannen moest worden overgenomen.

Het structuurplan beschrijft de meerkernige opzet van Almere in een aantal facetten, zoals bevolkingsomvang (max. 250.000), voorzieningen, bedrijvigheid, infrastructuur, groen etc. In een apart hoofdstuk wordt beargumenteerd en becijferd waarom de gekozen kernenverdeling (qua aantal en grootte) het best past bij de doelstellingen die voor Almere zijn bedacht (zie ook Almere 1985). De afbakening van de kernen Haven, Stad en Buiten was al vastgelegd in de respectievelijke structuurplannen.

Nota lezen? Structuurplan met kaarten

 

 

Dit is het eerste deel van een overzicht met belangrijke rapporten over Almere uit de periode tot 1984. Het tweede deel publiceert Stadarchief Almerein de loop van 2025. Bijna alle genoemde rapporten zijn digitaal te raadplegen via de database van het stadsarchief of op papier in te zien in Stadsarchief Almere. Maak voor inzage een afspraak via stadsarchief@almere.nl

We zijn benieuwd wat je van dit overzicht vindt. Heb je aanvullingen of suggesties? Mail dan naar naar mlangendijk@almere.nl.